Visstandonderzoek

 

Vis is een belangrijke parameter om de waterkwaliteit te bepalen. Gegevens van de visstand geven waterbeheerders inzicht over de kwaliteit en toestand waarin het water zich bevindt. Visstandonderzoek vindt dan ook vaak plaats voor de Kaderrichtlijn water. Bij een visstandonderzoek wordt de samenstelling van de visstand van een water in kaart gebracht. Een gefundeerd visstandonderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van het STOWA handboek "Hydrobiologie". De gestandadiseerde "Bevist-oppervlakte-methode" (BOM) wordt gehanteerd om ontwikkelingen en trends in de visstand te kunnen waarnemen. Bij deze methode wordt een, van te voren vastgesteld, wateroppervlak op gestandaardiseerde wijze bevist met een vangtuig waarvan het vangstrendement bekend is. De visstand wordt beoordeeld op basis van verschillende criteria zoals vissoortsamenstelling, ecologische gilde, roofvis/prooiverhouding, populatieopbouw en conditie. 

In ondiepe wateren wordt de oever bemonsterd met het  electrovisaggregaat en het open water met de zegen en/of kuil. In diepe wateren wordt de omvang van het visbestand met deze technieken vrijwel altijd onderschat. Daarom zet VisAdvies in op de wetenschappelijke sonar (SIMRAD EK 60) waarmee een zeer gedailtailleerde en goed onderbouwde bestandschatting wordt gemaakt in diepe wateren (>2 meter). Met de sonar kan geen onderscheidt worden gemaakt in vissoorten, daarom wordt het elektrovisapparaat, zegen en de kuil ingezet om de  vissoortensamenstelling in kaart te brengen.

Neem voor meer informatie contact op met onze medewerkers.