Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013

In oktober 2013 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onderzoek uitgevoerd naar het visbestand in enkele stilstaande wateren in de Provincie Antwerpen, om zo de lacunes in de kennis over de vissoortensamenstelling en de totale visbiomassa in de wateren op te heffen. Het betreft het domein Muisbroek, Fort Walem en Fort Oelegem. Op het grote gedeelte van Muisbroek is de sonar ingezet in combinatie met staandwantvisserij, fuiken en elektrovisserij en op het kleine gedeelte van Muisbroek is alleen elektrovisserij, fuikvisserij en staandwantvisserij uitgevoerd. In Fort Walem en Oelegem is een elektrovisserij- (aggregaat), fuikvisserij en zegenvisserij uitgevoerd.

Op de grote plas van Muisbroek wordt de visbiomassa geschat op 74 kg/ha. Vanwege de beperkte waterdiepte en de aanwezigheid van waterplanten kon er voor de kleine plas geen bestandschatting worden gemaakt. Op de kleine en grote put van Muisbroek zijn respectievelijk zes en vijf vissoorten gevangen. In aantallen wordt de vangst op de grote plas gedomineerd door baars (65%), paling (27%) en snoek (7%), op basis van gewicht door paling (76%), baars (12%) en snoek (9%); Op de kleine plas wordt de vangst in aantallen gedomineerd door baars (73%) en zeelt (13%), op basis van gewicht door karper (65%), baars (14%), zeelt (10%) en paling (10%). Beide plassen komen het meest overeen met het diep viswatertype baars-blankvoorn.

Op Fort Walem wordt de visbiomassa geschat op 263 kg/ha en de densiteit op 3258 stuks/ha, wat op basis van biomassa en aantallen kan worden gezien als een redelijk hoog visbestand. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door brasem (42%), karper (33%) en baars (8%). In aantallen wordt het visbestand gedomineerd door baars (93%), zonnebaars (2%) en brasem (2%), paling (1%) en blankvoorn (1%). Op Fort Walem zijn twaalf vissoorten gevangen. Op basis van deze biomassa van deze soorten (exemplaren > 15 cm) en het totale prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1 op 1,8 wat als relatief laag gezien kan worden. Op basis van gewicht bestaat het visbestand voor 89,4% uit eurytope vissoorten en voor 10,3% uit limnofiele vissoorten. Het viswater komt het meest overeen met het brasem-blankvoorn viswatertype.

Op Fort Oelegem wordt de visbiomassa geschat op 32 kg/ha en de densiteit op 652 stuks/ha, wat op basis van biomassa en aantallen kan worden gezien als laag visbestand. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (54%), paling (20%) en snoek (14%). In aantallen wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (76%), baars (16%) en paling (5%). Er zijn zeven vissoorten gevangen (waarvan één hybride). Op basis van de biomassa van vissoorten (exemplaren > 15 cm) en het totale prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1 op 0,9. Het aandeel prooivissen is erg laag in verhouding tot het aandeel snoek. Het viswater Fort Oelegem valt onder de viswatertypering voor ondiepe, stilstaande wateren. Het viswater is niet eenduidig te typeren en benaderd het meest het snoek-blankvoorn viswatertype en blankvoorn-brasem viswatertype