Visstandonderzoek in enkele prioritaire wareren in het Vlaamse Gewest, najaar 2013

Opdrachtgever(s):
agentschap natuur en bos
Projectnummer:
VA2013_04
Toepassing(en):
SONAR
Visstandonderzoek in enkele prioritaire wareren in het Vlaamse Gewest, najaar 2013

In augustus, oktober en november 2013 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onderzoek uitgevoerd naar het visbestand in het kanaal Brussel - Schelde, Briegden - Neerharen, Schipdonkkanaal, Plassendale - Nieuwpoort en Nieuwpoort – Duinkerke middels een elektro- (aggregaat), kuilvisserij en zegenvisserij, om zo de lacunes in de kennis over de vissoortensamenstelling en de totale visbiomassa in het kanaal op te heffen.

De visbiomassa in het zeekanaal Brussel-Schelde wordt geschat op 107 kg/ha en 14.238 stuks/ha. De visbiomassa in het stuwvak Brussel-Zemst (164 kg/ha) is bijna drie keer hoger dan die in het stuwvak Zemst-Wintam (54 kg/ha). Er zijn 17 vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand in het kanaal gedomineerd door brasem (32%), blankvoorn (24%) en paling (18%). Het viswater van het zeekanaal Brussel-Schelde is niet eenduidig te typeren, het watertype dat de situatie het meest benaderd is het blankvoorn-brasem viswatertype. De visbiomassa in het kanaal Briegden-Neerharen wordt geschat op 4,9 kg/ha en 188 stuks/ha. Er zijn slechts zes verschillende vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand in dit kanaal gedomineerd door paling (82%), baars (16%) en blankvoorn (2%). Er is één exoot aangetroffen, namelijk marmergrondel.

Het kanaal Briegden-Neerharen is een klein en geïsoleerd viswater. Het visbestand is beperkt in omvang en soortenrijkdom. Het kanaal heeft de meeste kenmerken van een baars-blankvoorn viswatertype. De visbiomassa in het Schipdonkkanaal wordt geschat op 21 kg/ha en 3602 stuks/ha. De visbiomassa in de stuwpanden Deinze-Zomergem, Zomergem- Balgerhoeke en Balgerhoeke-Zeebrugge is respectievelijk 20, 63 en 3,8 kg/ha en 3577, 10570, 394 stuks/ha. Op basis van gewicht wordt het visbestand in het kanaal gedomineerd door blankvoorn (52%), paling (22%) en baars (7%). Het viswater van het Schipdonkkanaal is vrij eenduidig te typeren als het snoek-blankvoorn viswatertype. Opvallend was de vangst van een rivierprik. De soort is dit jaar voor het eerst aangetroffen in het Schipdonkkanaal.

De visbiomassa in het kanaal Plassendale-Nieuwpoort wordt geschat op 86,5 kg/ha en 2050 stuks/ha. Het verschil in visbiomassa in de zwaaikommen (71 kg/ha) en rechte stukken (87 kg/ha) is niet erg groot. Op het gehele kanaal zijn 17 vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (63%), rietvoorn (17%) en baars (12%). Het viswater van het kanaal Plassendale - Nieuwpoort is vrij eenduidig te typeren als het brasem-snoekbaars type. De visbiomassa in het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke wordt geschat op 66 kg/ha en 6733 stuks/ha.

De visbiomassa in de stuwpanden Nieuwpoort-Veurne en Veurne- Duinkerke is respectievelijk en 85 en 41 kg/ha. Op het gehele kanaal zijn 14 vissoorten aangetroffen. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door blankvoorn (57%), brasem (17%) en rietvoorn (13%). Het viswater van het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke is niet eenduidig te typeren. Het watertype dat de situatie het meest benaderd is het blankvoorn-brasem viswatertype. Voor de ontwikkeling van een meer evenwichtige en soortenrijkere visstand verdient het aanbeveling om het areaal paai en opgroeigebieden in de kanalen te vergroten. Indien er mogelijkheden zijn om het kanaal te verbinden met het achterliggende watersysteem (beek, polder, vaart), biedt dit goede mogelijkheden voor het vergroten van deze paai- en opgroeigebieden.