Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams- Brabant, najaar 2013

Opdrachtgever(s):
agentschap natuur en bos
Projectnummer:
Va2013_04
Toepassing(en):
SONAR
Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams- Brabant, najaar 2013

In oktober 2013 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onderzoek uitgevoerd naar het visbestand in enkele stilstaande wateren in de Provincie Vlaams-Brabant, om zo de lacunes in de kennis over de vissoortensamenstelling en de totale visbiomassa in de wateren op te heffen. Het betreft het Meer van Weerdeen het Groot- en Klein Wachtbekken, nabij de Zuunbeek. In alle wateren is een elektrovisserij- (aggregaat), fuikvisserij en zegenvisserij uitgevoerd. In het Meer van Weerde zijn acht vissoorten gevangen. In aantallen wordt de vangstgedomineerd door baars (85%), paling (9%) en pos (5%), op basis van gewicht door paling (78%) en baars (17%).

Het viswater van het Meer van Weerde komt het meest overeen met het baars-blankvoorn viswatertype. De visbiomassa kon door de aanwezigheid van vele obstakels niet worden bepaald maar wordt ingeschat als vrij laag. In het Grote Wachtbekken zijn 14 vissoorten gevangen. De visbiomassa in het Groot Wachtbekken wordt geschat op 357,1 kg/ha en 18.303 stuks/ha, wat op basis van biomassa kan worden gezien als een redelijk hoog visbestand en op basis van aantallen als een zeer hoog visbestand. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door karper (67%); baars (9%) en paling (5%). In aantallen wordt het visbestand gedomineerd door bittervoorn (86%), karper (6%) en blauwband (3%); Er is één exoten aangetroffen, namelijk een blauwband; Op basis van de biomassa van de roofvissoorten (exemplaren > 15 cm) en het totale prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1:1,55, wat neer komt op een evenwichtige visstand. Het viswater komt het meest overeen met het brasem-snoekbaars viswatertype. Kenmerkend voor dit watertype is het ontbreken van de drijvende- en onderwaterplanten, lage doorzichtdiepe van 10 tot 40 cm en de vissoortengemeenschap die niet gebonden zijn aan onderwaterplanten. In het Kleine Wachtbekken zijn 11 vissoorten gevangen.

De visbiomassa wordt geschatop 431,8 kg/ha en 94.017 stuks/ha, wat op basis van biomassa kan worden gezien als een redelijk hoog visbestand en op basis van aantallen als een zeer hoog visbestand. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door karper (36%), bittervoorn (25%) en giebel (16%). In aantallen wordt het visbestand gedomineerd door bittervoorn (89%), giebel (7%) en baars (3%). Er is één exoot waargenomen, namelijk een blauwband. Op basis van de biomassa van de roofvissoorten (exemplaren > 15 cm) en het totale prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator- prooi verhouding berekend op 1:68. De predator-prooi verhouding is daarmee sterk uit evenwicht. Het viswater komt het meest overeen met het brasemsnoekbaars viswatertype. Kenmerkend voor dit watertype is het ontbreken van dedrijvende- en onderwaterplanten, lage doorzichtdiepe van 10 tot 40 cm en de vissoortengemeenschap die niet gebonden zijn aan onderwaterplanten.