Visstandonderzoek in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en oude Leiarm Ooigem-Desselgem, najaar 2013

Opdrachtgever(s):
agentschap natuur en bos
Projectnummer:
VA2013_04
Toepassing(en):
SONAR
Visstandonderzoek in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en oude Leiarm Ooigem-Desselgem, najaar 2013

In oktober 2013 is in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een onderzoek uitgevoerd naar het visbestand in enkele stilstaande wateren in de Provincie West-Vlaanderen, om zo de lacunes in de kennis over de vissoortensamenstelling en de totale visbiomassa in de wateren op te heffen. Het betreft de Leiemeanders Wevelgem
(Leiebos), Bavikhove en oude Leiearm Ooigem-Desselgem. Op de wateren is elektrovisserij- (aggregaat), fuikvisserij en zegenvisserij uitgevoerd.

Op het grote gedeelte van Wevelgem (Leiebos) wordt de visbiomassa geschat op 569,1 kg/ha en 1356 stuks/ha, wat op basis van biomassa kan worden gezien als een redelijk hoog visbestand. Er zijn elf vissoorten gevangen. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door giebel (58%), brasem (22%) en karper (13%). Op basis van gewicht is het aandeel roofvis in het totale gevangen visbestand 2,6% (baars > 15 cm: 0%; snoekbaars: 0,1%, en snoek: 2,5%). Het water is niet eenduidig te typeren. De omgevingsfactoren als het doorzicht (100 cm) en de aanwezige plantenrijke oevers benaderen het meest het snoek-blankvoorn viswatertype. Daarnaast wordt het blankvoorn-brasemviswatertype aan de hand van de visstand het meest benaderd. De hoge visbiomassa bestaat met name uit grotere bodem woelende vissen, zoals karper, brasem en giebel. Op het kleine gedeelte van Wevelgem (Leiebos) kon geen bestandschatting worden gemaakt omdat er alleen fuikvisserij is uitgevoerd. Er zijn twee vissoorten gevangen in de fuik.

Op het kleine gedeelte van Bavikhove wordt de visbiomassa geschat op 2380 kg/ha en 79959 stuks/ha, wat op basis van biomassa kan worden gezien als een zeer hoog visbestand. Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door brasem (44%), blankvoorn (23%) en baars (15%). Op basis van de biomassa van deze soorten (exemplaren > 15 cm) en het totale prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1 op 7,34. De hoge biomassa en densiteit in het kleine gedeelte van Bavikhove bestaat voornamelijk uit jonge baars, brasem en blankvoorn. Op het grote gedeelte van Bavikhove wordt de is biomassa geschat op 145 kg/ha en 16.343 stuks/ha, wat op basis van biomassa kan worden gezien als een redelijk laag visbestand. Er zijn dertien vissoorten gevangen (waarvan één hybride). Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door brasem (24%), snoek (23%) en blankvoorn (20%). Op basis van de biomassa van deze soorten (exemplaren > 15 cm) en het totale prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1 op 1,7. Dit betekent dat de predator-prooiverhouding in evenwicht is. Er is relatief redelijk veel prooivis aanwezig. Beide wateren zijn eenduidig te typeren als snoek-blankvoorn viswatertype. De hoge densiteit in het grote gedeelte van Bavikhove bestaat voornamelijk uit jonge brasem. Zeer waarschijnlijk is het een succesvolle paai geweest dit jaar voor brasem.

Op oude Leiearm Ooigem-Desselgem wordt de visbiomassa geschat op 292 kg/ha en 3694 stuks/ha, wat op basis van biomassa en aantallen als een gemiddeld visbestand gezien kan worden. Op het water zijn twaalf vissoorten gevangen (waarvan één hybride). Op basis van gewicht wordt het visbestand gedomineerd door karper (60%), zeelt (13%) en paling (5%). Op basis van gewicht is het aandeel roofvissen in het totale gevangen visbestand 14,3% (baars > 15 cm 0,5%; snoekbaars 0; snoek 13,8%). Op basis van deze biomassa van deze soorten (exemplaren > 15 cm) en het totale prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1:0,007. De predator- prooiverhouding is zwaar uit evenwicht. Het water is eenduidig te typeren als snoek-blankvoorn viswatertype.